Maroc |
---|
Marokkaanse hasj is in Nederland de meest geconsumeerde en geïmporteerde stuf. In Marokko worden de planten, het licht-groene poeder wat er van gezeefd wordt en de donker-olijfgroene plaatjes Kif genoemd. De plaatjes worden geperst in sterke cellofaan zakjes, omdat Marokkaanse hasj de neiging heeft terug te verpoederen naar de vorm van de pollen waarvan het gemaakt is.
De geur van Marokkaanse hasj is, hoewel aromatisch, gewoonlijk ruw en niet erg kruidig.
Zero-Zero, het product van de eerste zeving, wordt gezien als de beste verkrijgbare Marokkaanse hasj. Meestal wordt deze door een zijden doek gezeefd, om alleen de fijnste en zuiverste pollen te verzamelen. Ketama is de naam van zowel een gehucht in Marokko als van een gebied in het noorden van het land. Het is het hasj-centrum van Marokko. De Marokkaanse families die marihuana kweken voor de hasjproductie, werken altijd samen, onderling of met andere familieleden die een paar bergen verderop wonen. Het beplanten en beploegen van de velden gebeurt in een soort ploegendienst. Dit gebeurt in het vroege voorjaar, vlak nadat de sneeuw is gesmolten. Er wordt geprobeerd al het bruikbare land te beplanten binnen een tijdsbestek van twee weken. Daarna keren de helpers en verre familieleden terug naar huis voor de zomer en houden ze contact door elkaar regelmatig te bezoeken. De planten worden in de zomer geïrrigeerd vanuit kleine stroompjes of vanuit watertanks gevuld met gesmolten sneeuw. Daarnaast wordt er ook voor de kinderen, het vee en de kleine groentetuinen gezorgd. Er wordt in de eerste plaats van het land geleefd.
Zorgvuldig oogsten betekent dat de planten binnengehaald worden op een heldere, windstille dag. De boeren binden de afgesneden planten samen in bundels of verzamelen ze in plastic zakken. De planten in het midden van de bundels blijven bijna helemaal intact, waarbij ze het poeder en de hars vasthouden totdat de bundels weer worden geopend.
Afhankelijk van de hoeveelheid, kan het schoonmaken van de toppen een project van een dag tot een week zijn. Nadat voldoende toppen zijn bewerkt, worden ze uit de opslag gehaald. De zevers dorsen de toppen en zeven het hasjpoeder in grote potten of grote plastic zakken. Als de oogst goed was, neemt dit flink wat tijd in beslag. Omdat elk familielid zijn eigen zolder, schuur of opslagplaats heeft, komt het voor dat niet alles tussen twee oogsten in kan worden verwerkt. Maar terwijl de kilo`s zich opstapelen en naar de persers gaan, wordt getracht deze achterstand in te halen.
Na de Zero-Zero zeef, wordt de Zero zeef gebruikt. Elke zeving wordt gedaan met steeds iets grovere doeken. Hoe ruwer de doek, hoe groter de kans dat er grove delen of onzuiverheden door de zeef in het poeder terecht komen. De toppen worden zelden meer dan twee of drie keer gezeefd. Een persruimte wordt meestal gebruikt door een hele familie. Soms worden ook afspraken gemaakt met andere families, afhankelijk van de hoeveelheid achterstallig werk. In de zeef- en persruimtes wordt het werk met veel liefde verricht om tot een zo goed mogelijk eindproduct te komen. De mensen die hier werken voelen zich belangrijk, noodzakelijk en genieten vertrouwen. Ze worden vriendelijk en met respect behandeld. Dit is erg belangrijk, omdat iedereen die hier werkt gevaar loopt om gepakt te worden en voor een lange tijd in de gevangenis te belanden.
In de persruimte wordt aan `de lopende band` gewerkt. Het poeder wordt voorzichtig in een grote pot verzameld en van daaruit met lepels in cellofaan zakken gedaan. Het bruto gewicht kan wat verschillen, maar meestal worden kilo platen geproduceerd, omdat die gemakkelijk te transporteren en te verkopen zijn. De kilo zakken worden dichtgemaakt met plakband en doorgegeven aan de volgende man die de zakken op hun platte kant legt. Hij plet ze een beetje met de vlakke hand en schuift ze weer door. Daarna worden de zakken op lekken gecontroleerd en indien nodig krijgen ze een extra plakbandje. Dan worden ze opgestapeld, klaar om geperst te worden. Een man stopt de geplette zakken in een grote, in de grond verankerde pers. Een ander draait aan de krukas om de metalen bovenplaat van de pers omlaag te brengen. De hasj, liggend in een verwarmde pers, wordt tot een platte plaat geperst. Het verwarmen gebeurt van onderaf, door een vuurtje van hete kolen. De hitte zorgt ervoor dat de hasj goed meegeeft onder druk en platgewalst wordt tot een plaat. Met dit soort persen is het een behoorlijk veilige methode. Het enige gevaar is dat de kolen de gehele pers op den duur gaan verwarmen, zodat doeken moeten worden gebruikt om de handen niet te verbranden tijdens het draaien aan de krukas. Binnen een half uur zijn de platen weer afgekoeld. Afhankelijk van de hoeveelheid hars in de pollen, buigt of verkruimelt een plaat als je hem probeert te breken. Een plaatje dat buigt is van betere kwaliteit dan een plaatje dat verkruimelt. |