Libanon
De Libanezen produceren hasj van blond, bruin en rossig poeder. Het poeder wordt geperst tot harde platen, die alleen te kruimelen zijn als ze vers zijn of verwarmd worden. Dit persen wordt gedaan in witte linnen of katoenen zakken, die gewoonlijk van een stempel voorzien zijn.

Planten in Libanon doorgroeien hun gehele natuurlijke cyclus totdat ze verdord zijn en bijna dood, daarbij veranderend in een geelachtige goud-bruine kleur. Een late oogst resulteert in de roestkleurige Rode Libanon, een vroegere oogst in de zanderige Gele Libanon.

Libanese hasj vormt de middenmoot qua uitwerking. Het effect is stevig, maar niet overweldigend. Je hebt er ongeveer zeven of acht hijsen van nodig om de uitwerking te merken, die een mentale en fysieke verandering van perspectief teweegbrengt.

Deze hasj brandt gemiddeld snel, maar niet zo snel als Marokkaanse. De Libanezen roken het in een versierde Turkse waterpijp, klein pijpje, of draaien er een jointje van met tabak. De geur van Libanese hasj is geurig en pittig.

Een sterkere, hand-rubbed hasj wordt in Libanon ook geproduceerd, maar verlaat zelden de handen van de man die het gemaakt heeft. Handgeperste hasj is donkerbruin van kleur en zeer buigzaam. Je hebt er minder hijsjes van nodig en het heeft sterk psychedelische eigenschappen.

Libanon wordt al sinds lange tijd herkend op de internationale drugsmarkt. Kenmerkend zijn de witte zakken met een blauwe, rode of paarse stempel. De zakken bevatten hoeveelheden van 100, 200 (het meest voorkomend) en 1000 gram.

De symbolen op deze zakken staan er alleen op om een bepaalde partij te identificeren. Zelden geven deze stempels aan wie de producent is. Evenmin is het een kwaliteitskenmerk. Het is meer bedoeld om onze fascinatie voor het exotische midden-oosten hoog te houden. Dealers geloven dat dit de verre handelaren opwindt en dat deze de handelswaar gemakkelijk kunnen herkennen als echte smokkelwaar. De stempels stellen niets meer voor dan een familiewapen, dat tot de dood aan toe verdedigd wordt met sabels en machinegeweren. Als er weinig tijd is, wordt de hasj gewoon geëxporteerd in witte zakken zonder stempel.

De witte stof waarvan deze zakken gemaakt worden is gewoon sterke katoen of linnen. Deze stof wordt op maat gesneden en dan machinaal dichtgestikt met een sterke witte draad in de vorm van een zak. Meestal wordt er een stempel opgezet voordat ze gevuld worden. Daarna worden ze gewogen, dichtgebonden met een dikke witte draad en geperst.

Elke boerderij heeft een aantal stempels en inkt klaarliggen. Elk seizoen worden nieuwe stempels gemaakt of de bestaande geruild. Dit is slechts een verwarring zaaiende techniek, die het onmogelijk maakt de origine van de stuf te traceren. Libanon is een land wat geplaagd wordt door burgeroorlogen en schermutselingen. Het hart van de hoofdstad Beiroet, eens het Parijs van het midden-oosten, is onherstelbaar verwoest in de jaren `70. Toch gaat de hasjproductie, zij het in wat mindere mate, gewoon door.

Hasjproductie in Libanon is intensief. Gebieden als de enorme Baälbek vallei en de nabijgelegen bergen zijn als sinds mensenheugenis beroemd om hun vele soorten van blonde, rode en bruinkleurige hasj. Er worden zware machines gebruikt om de marihuanavelden te beploegen en te bewerken. Moderne tractoren zijn de trots van de boeren. De hasjhandel is, hoewel illegaal en smokkelaarswerk, niet geniepig en goed gecontroleerd. Het is een doodserieuze zaak. Libanon is vol van wegversperringen en checkpoints. Achter deze versperringen liggen de marihuanavelden. Afhankelijk van het seizoen zijn deze onbeplant of gevuld met rijen van weelderige planten. In de lager gelegen gebieden, waar het groeiseizoen langer is dan in de bergachtige gebieden, ontwikkelen de planten een roest- of amberkleur.

Als de planten bijna helemaal goudbruin en erg droog zijn geworden, worden ze geoogst en op grote plastic vellen van zo`n drie bij vier meter gelegd. Hierin worden de planten verpakt en tot grote bundels gerold. Na het verzamelen van meerdere van zulke bundels, worden deze per tractor naar een schuur vervoerd.
In de schuur worden de bundels van de planten ontdaan, zodat het plastic opnieuw gebruikt kan worden. Het vervoer van de planten zal zo doorgaan totdat de gehele oogst is opgeslagen. In de schuur wordt wat ruimte vrij gehouden om te kunnen zeven. Als de planten gezeefd worden en er weer plaats vrij komt in de schuur, wordt deze opgevuld met grote 35-kilo zakken hasjpoeder. Het zeven is een tijdrovende bezigheid. De toppen moeten over de zijden zeefdoek gerold worden, waarbij het fijne hasjpoeder vrijkomt. Een ervaren hasjboer weet op deze manier de hars in één of twee zevingen van de de toppen te verwijderen. Als grote hoeveelheden zijn gezeefd, wat maanden kan duren, wordt het uit de opslag gehaald om geperst te worden.

In de zomer bouwt het hasjpoeder teveel statische lading op om gezeefd te worden. Daarom wordt hiermee gewacht tot na de herfst. De koude winterlucht maakt het poeder meer controleerbaar totdat het geperst is. De verwarming die bij het persen wordt gebruikt, vergroot de harskorreltjes en doet de natuurlijke oliën vrijkomen. De statische lading die hierbij gegenereerd wordt helpt de korreltjes aan elkaar te plakken.

Er komt maar weinig met de hand verzamelde hasj uit Libanon. Als het geproduceerd wordt, gebeurt dat op de gebruikelijke manier; de handen worden langs de toppen gewreven totdat er genoeg hars aan de handen kleeft, waarna het van de handen gewreven of geschraapt wordt. De verzamelde handrub wordt samengeperst tot verschillende vormen. Ook wordt er soms handgeperste hasj gemaakt van gezeefd poeder, zoals in Afghanistan. Net als alle andere handgeperste stuf, is deze Libanon donkerbruin, vochtig en buigzaam. Voor de makers heeft het een extreem hoge waarde.

Extreem verse hasj is, onafhankelijk van zijn origine, meestal te vochtig om te roken. Om de beste kwaliteiten van de stuf tot ontwikkeling te laten komen, moet het nog minsten zes maanden `rijpen`, zodat de natuurlijke oliën grondig en evenredig verspreid worden.

De Libanese hashashin geloven dat hun hasj tot de beste in de wereld behoort. Deze mensen zweren dat ze iedereen, vooral buitenlanders, met gemak onder de tafel roken. Ze maken er een sport van om hier wedstrijdjes in te houden, zowel met gasten als vreemdelingen. Het is een oud gebruik om vreemdelingen in deze wedstrijden te betrekken.

Libanezen hebben veel manieren om te roken. De hashashin zien het als hun plicht om meer manieren van roken te weten dan wie ook. Elke manier van roken die je hen toont, proberen ze te verbeteren door er een eigen techniek aan toe te voegen of op toe te passen. Mensen die hier teveel in meegaan en zich geheel door deze figuren laten sturen, worden gezien als sufferds.